Alexander Mols, terug van weggeweest bij FC Den Bosch

DEN BOSCH – Het duurt niet lang meer. Bijna is Alexander Mols (22) klaar voor zijn eerste wedstrijd in maanden. Mooi, want het grote werk beviel hem wel. De tijd van spelen om maar minuten mee te kunnen pakken is snel voorbij gegaan. TEKST: Maarten de Jong Almere City-thuis. Het is voor FC Den Bosch haar 28ste wedstrijd in de Jupiler League. Voor Alexander Mols is dat duel nog meer dan dat. Hij hoopt vrijdag na drie maanden zijn rentree te kunnen maken bij de Brabanders. “Voor een basisplaats is het waarschijnlijk nog te vroeg”, blikt de aanvaller in gesprek met Voetbal Centraal vooruit. Hij verwacht dat trainer Ruud Kaiser andere plannen heeft. “Op de bank zitten en invallen zou mooi zijn. Ik moet met invalbeurten proberen het vertrouwen terug te krijgen.” Conditioneel komt Mols er weer aan. Na drie maanden zonder wedstrijden pakt hij langzamerhand de draad weer op. Een vervelende liesblessure hield hem langer dan verwacht aan de kant. “Ik had een avulsiefractuur”, legt de doelpuntenmaker uit. “Er is denk ik een keer iets losgeschoten en dat moest uiteindelijk herstellen met rust. De artsen dachten eerst dat ik overbelast was, maar dat bleek dus niet zo te zijn.” Na drie spuiten kan de voormalige speler van Blauw Geel '38 er weer tegenaan. Hij hoopt in de tweede seizoenshelft opnieuw van waarde te kunnen zijn voor FC Den Bosch. “Het zal nog een paar weken duren voordat ik de oude ben. Mijn basisplaats ben ik nu natuurlijk even kwijt. Dat is zonde, want het ging wel aardig. Het duurt bij mij altijd even voordat ik op mijn top ben. In het begin van het seizoen leg ik mezelf druk op, daarna loopt het beter. Het ging al lekker, tot ik dus helaas geblesseerd raakte.” Mols maakte vijf doelpunten in vijftien wedstrijden. Dat aantal is voor hem nog niet eens het belangrijkste. “Ik had nog veel vaker kunnen scoren. Het feit dat ik doelpunten maak en speel geeft me het vertrouwen dat het me lukt om me hier staande te kunnen houden. Dat begon ik langzaamaan ook door te krijgen. De Jupiler League en het team van FC Den Bosch zeiden me niet veel. Na een paar weken was ik al gewend aan het niveau en dacht ik dat het wel goed zou moeten komen.” Het grote verschil is het tempo. Bij hoofdklasser Blauw Geel '38, met topspelers als Mustafa Guler en Guus Peters, had Mols iets meer tijd om de bal te controleren. Zijn rol in het elftal is daarentegen vrijwel gelijk gebleven. “Ook bij Blauw Geel '38 kreeg ik veel vrijheid”, zegt de Veghelaar. “De trainer liet me mijn gang gaan, omdat ik dan gevaarlijk kan zijn. Een actie maken of een mannetje uitkappen, dat zijn niet mijn specifieke kwaliteiten. Ik kom naar binnen en kan lekker schieten.” Met zijn doelgerichtheid maakte vooral Excelsior dit seizoen kennis. Mols scoorde drie keer tegen de Rotterdammers. “Dat gaf me hoop en vertrouwen. Sindsdien ging het lekker met me, maar ja, toen raakte ik geblesseerd.” Na de nodige rust en individuele training hervatte de aanvaller twee weken geleden de groepstraining bij FC Den Bosch. Zijn doel voor de tweede seizoenshelft is niet het maken van zoveel mogelijk minuten. “Dat was het misschien als nieuwkomer, in de zomer. Nu wil ik zo snel mogelijk mijn plek in de basis terug. Bij die vijf goals van mij mogen er nog wel een paar bij.”