EXCLUSIEF - Interview met Jens Toornstra

DEN HAAG – Met zekerheid kan hij het niet zeggen. Vaak, dat wel. Waarom, snapte Jens Toornstra (23) heel goed. “Iedereen wilde hét grote nieuws horen. Daarom kreeg ik telkens de vraag of ik naar FC Utrecht ging.” Nee dus, want hij is nog steeds een van de blikvangers van ADO Den Haag. Het kan nu weer over voetbal gaan. TEKST: Maarten de Jong Geen probleem, praten over voetbal. Toornstra is idolaat van het spelletje. Babbelt graag over zijn werk, dat het voor hem na jaren amateurvoetbal inmiddels al vier seizoenen is. Met z’n ploeggenoten Kevin Visser en Mike van Duinen. Ook wel eens met derde keeper Martijn de Zwart. Tijdens het golfen bijvoorbeeld. Of met z’n vrienden uit Ter Aar, met wie hij het sinds zijn jeugd al goed kan vinden. Ter Aar, waar hij opgegroeid is en binnenkort weer woont. Over een week of vijf krijgen hij en zijn vriendin de sleutel van hun huis. Kleine bijkomstigheid: wat extra kilometers. Vooruit, hij woont wel dichter bij zijn kameraden. En da’s ook wel lekker. “Ik woonde nu in Ypenburg, moest helemaal door die wijk heen rijden”, geeft de 23-jarige voetballer aan in gesprek met Voetbal Centraal. “Straks doe ik er een kwartiertje langer over om op het Zuiderpark te komen. Dan kan ik vanuit huis wel bij mijn vrienden binnenlopen als ik iets wil afspreken. Die paar minuten extra neem ik voor lief.” Scoren, of juist niet Zijn vrienden roepen het wel eens voor de gein. ‘Hé Jens, weer niet gezien in de samenvatting’. Er zit een kern van waarheid in. Hij is niet degene die het meeste doelpunten maakt. Maar clubs, waaronder ook FC Utrecht, weten wat de middenvelder kan. Zijn acties en loopvermogen, daar moeten mensen op letten. “Je hoeft niet altijd te scoren om op te vallen”, meent Toornstra. Wel mag zijn doelpuntengemiddelde iets omhoog; een van de doelen die hij zichzelf heeft gesteld om beter te presteren dan vorig seizoen. De middenvelder is kritisch: het ging toen niet goed. Denk alleen niet dat hij daar nou dagen van wakker heeft gelegen. “Ik ben lekker op vakantie gegaan en kwam met frisse moed terug”, reageert hij. “Dit seizoen heb ik bijvoorbeeld al twee keer gescoord. Vorige jaren kwam ik niet verder dan drie doelpunten. Dat worden er nu zeker meer.” Dat Toornstra kan scoren, heeft Kees Jansma altijd geroepen. Hij was het die geloofde in het talent – en zijn doeltreffendheid - en scouts op zijn spoor zette. Toen, helemaal in het begin, sprak het tweetal wat vaker met elkaar. Nog bij Alphense Boys, z’n oude club. Later ging het ineens over z’n potentiële werkgever uit Den Haag. ADO, voor veel jochies van zijn leeftijd een jongensdroom. Nu, zo’n vier seizoenen later, heeft de profvoetballer minder vaak contact met ‘zijn ontdekker’. “Want Kees heeft het natuurlijk ook druk met zijn verschillende werkzaamheden”, zegt Toornstra. “Af en toe stuurt hij me een smsje, vraagt hij hoe het met me gaat.” Rustige jongen Goed, kan hij dan meestal wel antwoorden. De voormalige jeugdinternational voelt zich inmiddels thuis in Den Haag. Als een van de bepalende spelers hoort hij elke week het voortouw te nemen. Niet dat hij daardoor ineens een grote mond heeft gekregen; zo steekt-ie nou eenmaal niet in elkaar. Die jongeman van weleer is nog steeds een rustig ventje. “Je ziet mij niet zo snel stoer door de gang lopen”, zegt hij met een klein lachje. “Spelers luisteren wel naar mij als ik iets te zeggen heb, hoor. Ik laat het vele praten liever aan anderen over.” Wel is de middenvelder volwassener geworden. Was hij vroeger nog onbevangen, nu is hij zelfverzekerd. Moest ook wel met jongens als Lex Immers en de gebroeders Verhoek in het team. “Dat zijn spelers die erg aanwezig zijn. Andere types dus, dat was even wennen. Ik heb me met mijn voetbalkwaliteiten goed staande kunnen houden. Dat heeft in mijn voordeel gewerkt”. Volgende droom Eigenlijk ging het vanaf het begin crescendo met de prestaties van Toornstra. Oranje lonkte zelfs even. Toch kwam een invitatie voor het Nederlands elftal nooit. De lijn die hij inzette, werd vorig seizoen onderbroken. Niet alleen ADO presteerde ondermaats, ook hij heeft betere tijden gekend. Vraag maar aan zijn vrienden. Zij hebben het soms over zijn spel. Wat nog beter kon, waar hij juist in uitblonk. En het woord ‘FC Utrecht’ is ook wel eens gevallen. Toornstra kan er om lachen. Ja hoor, het gaat weer over FC Utrecht. Elke journalist wil van hem weten wanneer hij nou zijn handtekening zet onder een contract in de Domstad. “Er was deze zomer nooit sprake van welk akkoord dan ook”, geeft hij aan. “Ik heb na onze laatste wedstrijd voor het sluiten van de transferwindow – op 31 augustus, red. - nog wel op het scherm van mijn telefoon gekeken. Ik had geen bijzondere voicemailberichten.” Wel zal hij altijd luisteren als een club zich voor hem meldt. Ook Toornstra wil hogerop. Jansma had het al bij Alphense Boys in