Dankbare Leandro Resida vastberaden te slagen als prof

Scoren tijdens je profdebuut is een jongensdroom. Voor Leandro Resida (23) kwam hij tegen Helmond Sport uit. En hoe! De aanvaller van SC Telstar lanceerde zichzelf, gooide twee scharen uit zijn trukendoos, kapte naar binnen en krulde de bal vervolgens fraai in de bovenhoek. Een eerste stap op weg naar wellicht een mooie toekomst. Tekst: Roel Tomassen En passant vierde Resida zijn wonderschone treffer met een salto uitgevoerd met grote amplitude. Hans van Zetten, inderdaad, de Hans die Epke’s gouden rekstokoefening becommentarieerde, zou compleet uit zijn dak zijn gegaan: ‘Hij staat! En iedereen! En ik sta ook!’ Het publiek in Velsen-Zuid juichte zeker voor het kunststukje van zijn aanwinst. Helaas voor hen verloren De Witte Leeuwen door een late strafschop alsnog van Helmond Sport (1-2). Maar toch, Resida’s wedstrijd kon niet meer stuk. Leerjaar Hoewel zijn profcarrière dus een bliksemstart kende, loopt Resida niet te hard van stapel. “Het was wel even wennen voor me”, doelt hij in gesprek met Voetbal Centraal op zijn overstap van de hoofdklasse naar de Jupiler League. “Vooral in het begin merkte ik duidelijk het niveauverschil. Het was voor mij een kwestie van aanpassen, m’n draai vinden en heel hard trainen. Ik voel op trainingen dat ik progressie boek, maar van de speelminuten die ik krijg, leer ik nog het meest.” Resida tekende afgelopen zomer een eenjarig contract bij SC Telstar, met daarin een optie op nog een seizoen. De aanvaller kwam over van FC Chabab, waarmee hij promoveerde naar de Topklasse. De Jupiler League-club had al langer een oogje op hem, niet in de laatste plaats vanwege Alami Ahannach. Ahannach is behalve hoofdcoach bij FC Chabab ook assistent-trainer bij SC Telstar. Hij drong aan op de komst van zijn oogappel. Bij SC Telstar wordt de buitenspeler langzaam gebracht. Via invalbeurten went hij aan het profvoetbal. “Natuurlijk, ik wil altijd spelen, want hoe meer ik speel, hoe sneller ik me ontwikkel”, beseft Resida. Toch blijft hij geduldig. Voorlopig dan. “Het geeft niet dat ik nu nog vooral invaller ben. Dit is pas mijn eerste jaar als prof. Ik ervaar dit als een leerjaar en wil stap voor stap te werk gaan. Hopelijk verover ik dit seizoen nog een basisplek, maar mijn doel is om volgend jaar een vaste waarde te zijn.” Droom najagen Resida maakte als jeugdspeler liefst twaalf jaar deel uit van een veel grotere Noord-Hollandse club: Ajax. De voetbalcultuur van de Amsterdammers is volgens hem goed terug te zien in zijn eigen spel. “Ik vind mezelf een attractieve en balvaardige speler. Ik probeer mijn snelheid optimaal te gebruiken om veel passeeracties te maken, daar ligt mijn kwaliteit”, zegt de vleugelspits. Waarom een doorbraak bij Ajax uitbleef, is hem niet helder. “Ik snap het eigenlijk niet. In het laatste en belangrijkste jaar heb ik als A1-speler alles gegeven. Ik kan mezelf niks verwijten”, blikt Resida terug. “In december sprak ik met Jan Olde Riekerink (toenmalig hoofd jeugdopleiding bij Ajax, red.) en leek ik dicht bij een contract. Toen ik in mei nogmaals op gesprek kwam, is me duidelijk gemaakt dat ik toch geen contract kreeg. Een echte reden voor de afwijzing heb ik nooit gekregen. Ze waren heel kortaf.” Na zijn gedwongen vertrek bij Ajax werkte Resida een stage af bij Yeovil Town, dat uitkomt in de Engelse derde klasse. Toen dat avontuur op niets uitliep, keerde hij terug naar Nederland om te gaan spelen bij Quick Boys. Via de Katwijkse club belandde hij in de zomer van 2011 bij FC Chabab. Daar groeide hij afgelopen seizoen uit tot de absolute smaakmaker. Dat hij zich nu een Witte Leeuw mag noemen, voelt voor Resida als een beloning. “Ik ben hartstikke dankbaar dat Telstar mij de kans heeft gegeven”, reageert de dribbelaar opgetogen. Als het aan hem ligt, vormt de huidige nummer veertien van de Jupiler League echter niet zijn eindstation. “Ik heb ambities om hogerop te komen”, geeft hij toe. “Ik wil dolgraag op een dag de stap naar de Eredivisie zetten, maar daarvoor moet ik nu eerst naam maken bij Telstar. Deze kans pak ik met beide handen aan. Ik zal er alles aan doen om te slagen.” Roel Tomassen // Voetbal Centraal