Piet Keizer: ''Waar komt de euforie bij Ajax vandaan?''

De laatste drie seizoenen ging de landstitel naar Ajax. Voor Piet Kiezer geen reden om de polonaise te lopen. De legendarische linksbuiten van de Amsterdamse club is niet onder de indruk van de huidige lichting spelers. ''Waar komt de euforie bij Ajax vandaan, vraag ik me af'', zegt Keizer in het Algemeen Dagblad. ''Ik heb geregeld op de tribune gezeten, maar ik heb me zelden vermaakt. Ze raken de bal niet kwijt hoor, maar die ging dan te veel breed en terug. Risico werd vermeden. Het was niet aantrekkelijk. Er waren dit seizoen wedstrijden waarbij ik dacht: wat heb ik hier te zoeken? Dan ging ik ook weg in de rust.'' ''Het eerste elftal is wat dat betreft een afspiegeling van de jeugd'', vervolgt het clubicoon van Ajax. ''Ze spelen in een laag tempo, vaak vanuit stand, te veel in de breedte en de meesten met één been. Hoe vaak zie je niet dat een speler wordt aangespeeld aan de linkerkant die de bal dan met rechts aanneemt?'' Keizer heeft ook een duidelijke mening over trainer Frank de Boer: ''Hij doet het goed, zeker. Hij heeft al afstand genomen van zijn eigen carrière, maar is meer coach dan trainer. Dat is ook zijn opdracht: presteren met het eerste team. Ik heb niet de indruk dat hij zich sterk heeft verdiept in het verbeteren van de persoonlijke kwaliteiten van de spelers. Daar heeft hij ook geen tijd voor. Wil je je Europees manifesteren, dan moet het rendement veel hoger.'' Over het spel van middenvelder Christian Eriksen is Keizer, die binnenkort zijn 70e verjaardag viert, kritisch: ''Hij heeft gelukkig een vrijere rol gekregen, heeft best een redelijk seizoen achter de rug, maar hij ondersteunt zijn buitenspelers niet. Blind staat erachter. De keuze van Frank blijkt te zijn dat de buitenspelers naar binnen ruimte maken voor de aanvallende back. Nou, dan wordt het nog moeilijker voor Boerrigter.'' Tot slot deelt de oud-speler van Ajax en Oranje een compliment uit: ''Moisander is tweebenig en trapt de bal. Trappen, ja. Met de wreef. Dan krijgt de bal veel meer vaart, waardoor je het tempo hoog houdt. Dan ontstaat iets wezenlijks. Ik hoop dat het technisch hart trainers vindt die zich alleen maar bezighouden met begeleiding en ontwikkeling van basistechnieken, vanaf zes jaar en misschien tot 36 jaar.''