''Hart is uit het elftal van NEC gehaald en dan ga je dood''

Leen Looijen werkte een kwart eeuw in verschillende hoedanigheden voor NEC. Als technisch directeur loodste hij de Nijmegenaren zelfs naar Europees voetbal. Enkele jaren later hangt de vlag er heel anders bij, want degradatie naar de Jupiler League bleek onvermijdelijk. ''Het hart is uit het elftal gehaald en dan ga je dood'', constateert Looijen in gesprek met Omroep Gelderland. ''In mijn tijd had je echte NEC-jongens die dus ook de clubcultuur bewaakten. Maar met 12 nationaliteiten kun je je kernwaarden van bloed, zweet en tranen moeilijk overeind houden. Dat is hier uit het oog verloren. NEC is natuurlijk heel ongelukkig geweest met aankopen.'' ''Ik wil niemand de schuld geven en geen oordeel uitspreken. Maar dit doet pijn. Je zag het al jaren aankomen'', gaat de oud-trainer van diverse Nederlandse clubs verder. ''NEC stond altijd voor een herkenbaar elftal met gemiddeld zeven Hollandse spelers. Met jongens als Pothuizen, Wisgerof, De Gier en Van der Doelen was er altijd een bepaalde hiërarchie. Vaak oudere en ervaren spelers. Ze waren de baas in de kleedkamer. De groep vulden we aan met enkele buitenlanders, de zogenoemde verkoopspelers die voor sponsors weer belangrijk zijn. Het beleidsplan is helaas helemaal aan de kant geschoven.'' Looijen heeft geen hoge pet op van technisch manager Edo Ophof. Hij geeft enkele voorbeelden: ''De technische mensen moeten veel beter communiceren met investeerders en sponsors. Op die mensen moet je zuinig zijn, hoewel de investeerders natuurlijk ook fouten hebben gemaakt. Ze zitten duidelijk niet op één lijn met de club. Jongens als Linssen, Chery en Botteghin konden naar NEC komen. Spelers met meerwaarde.'' ''Ik zou ervoor pleiten om 10 procent van de begroting in de jeugdopleiding te stoppen. Investeer meer in je eigen spelers. Nu is de balans niet goed met al die verkoopspelers die allemaal door investeerders zijn betaald. Daarin is NEC doorgeslagen. Het lijkt mij beter om terug te keren naar de roots. Want wij waren toch altijd een redelijk sterke middenmotor'', aldus de oud-directeur.